Financieel voordeel voor investeringen in energiebesparing en duurzame energie

De Energie-investeringsaftrek (EIA) is een fiscale regeling waarmee de overheid u ondersteunt bij investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Wanneer u gebruik maakt van EIA heeft u als ondernemer dubbel voordeel: uw energiekosten gaan omlaag en u betaalt minder belasting. Onderstaande de lijst met bedrijfsmiddelen met een Halogeenvrij koudemiddelen welke in aanmerking komen voor EIA en hoe de regeling werkt.

 

Waarom energiebesparing en duurzame energie?

Voor het opwekken van energie worden nu vaak fossiele brandstoffen gebruikt. Dit veroorzaakt CO2- en andere emissies die bijdragen aan het klimaatprobleem. Bovendien is de voorraad fossiele brandstoffen eindig. De overheid stimuleert een duurzame energiehuishouding zodat we ook op de lange termijn over schone en betaalbare energie beschikken. Het belastingvoordeel dat u via EIA verkrijgt, zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie.

 

Het voordeel van EIA

Met EIA kunt u 45% van de investeringskosten van energiebesparende bedrijfsmiddelen aftrekken van de fiscale winst, bovenop uw gebruikelijke afschrijving. Daardoor betaalt u minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.

 

Voor welke bedrijfsmiddelen kunt u EIA gebruiken?

Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor EIA voldoen aan energieprestatie-eisen en bevorderen doelmatig gebruik van energie. In hoofdstuk 3 van deze brochure leest u welke bedrijfsmiddelen dit zijn en aan welke prestatie-eisen ze moeten voldoen.

 

Energielijst 2021 op internet

In de brochure Energielijst 2021 staan alle bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor EIA.
De brochure Energielijst 2021 is gebaseerd op de wettelijke bepalingen van de Uitvoeringsregeling energieinvesteringsaftrek 2001 die is gepubliceerd in de Staatscourant en te vinden via www.wetten.nl. Naast een lijst met energiebesparende technieken bevat de brochure Energielijst 2021 informatie over de werking van de regeling. U kunt de Energielijst 2021 raadplegen op internet via www.rvo.nl/eia. Op deze website vindt u ook de officiële publicatie, het digitale meldingsformulier, een zoekfunctie voor de Energielijst, voorbeeldprojecten, nieuwsberichten en het jaarverslag.


A. Bedrijfsgebouwen

Verwarmen


211105 [W]
Warmtepomp met een halogeenvrij koudemiddel
Bestemd voor: het verwarmen van bedrijfsgebouwen of het collectief verwarmen van woningen, en bestaande uit:

 

a. elektrisch gedreven warmtepomp op basis van een halogeenvrij koudemiddel, waarbij een temperatuurtoename (dT) tussen brontemperatuur (intredetemperatuur verdamper) en afgiftetemperatuur (uittredetemperatuur condensor), de volgende COP-eis geldt: - COP ≥ 4,0 bij dT tot +40 ºC, - COP ≥ 3,5 bij dT van +40 ºC tot +50 ºC, - COP ≥ 3,0 bij dT ≥+50 ºC, (eventueel) systeem voor het onttrekken van warmte, (eventueel) aansluiting op het verwarmingsnet11 (eventueel) verwarmingsnet, (eventueel) noodzakelijke aanpassing van de bestaande elektriciteitsaansluiting, (eventueel) restwarmteopslagvat;

 

b. ab- of adsorptiewarmtepomp op basis van een halogeenvrij koudemiddel, waarbij de regenerator wordt aangedreven door afvalwarmte1 of duurzame warmte12, (eventueel) aansluiting op het verwarmingsnet11 (eventueel) verwarmingsnet noodzakelijke aanpassing van de bestaande elektriciteitsaansluiting, (eventueel) restwarmteopslagvat.
Het investeringsbedrag voor de warmtepomp zelf mag volledig gemeld worden. Het maximum investeringsbedrag voor de aansluiting op het verwarmingsnet en het verwarmingsnet zelf, genoemd onder a en b, dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 400 per geïnstalleerde kWth van het thermisch vermogen van de warmtepomp.


Toelichting:
• Een installatie die altijd geregeld wordt op de koelvraag wordt niet als warmtepomp beoordeeld. Het kan dan wel een koelinstallatie zijn. Zie code 220212.
• Luchtkanalen komen niet in aanmerking.
• Warmtepompen die zijn geplaatst in woningen komen niet in aanmerking.
• Indien een centraal (buiten de woning) opgestelde warmtepomp wordt gebruikt voor verwarming van meer dan één woning of andere gebouwen, komt de warmtepomp wel in aanmerking, het verwarmingsnet in woningen komt niet in aanmerking.


211106 [W]
Warmtepompboiler met een halogeenvrij koudemiddel
Bestemd voor: het nuttig aanwenden van warmte voor de verwarming van tapwater in bedrijfsgebouwen,
en bestaande uit: elektrisch gedreven warmtepompboiler met een COP ≥ 2,8 gemeten conform NEN-EN 16147:2017, (eventueel) bodemwarmtewisselaar of grondwaterbron, (eventueel) restwarmteopslagvat.

 

Toelichting:
• Warmtepompsystemen waarbij ruimteverwarming en tapwater zijn gecombineerd, moeten voldoen aan de omschrijving van code 211103 of 211104.
• Warmtepompboilers die zijn geplaatst in woningen komen niet in aanmerking.
• Indien centraal (buiten de woning) opgestelde warmtepompen worden gebruikt voor verwarming van tapwater voor woningen of andere gebouwen, komen deze wel in aanmerking.

 

B. Processen

Koelen / vriezen

 

220212 [W] [GEWIJZIGD]
Energiezuinige koel- en/of vriesinstallatie
Bestemd voor: het koelen en/of vriezen van ruimten of processen tot maximaal + 16 °C, en bestaande uit: een subkritische koel- en/of vriesinstallatie op basis van een halogeenvrij koudemiddel, met:
- ten minste één frequentiegeregelde of elektronisch toerengeregelde compressor;
- een luchtgekoelde, watergekoelde of verdampingscondensor, ontworpen op maximaal 10 K temperatuurverschil tussen condensatietemperatuur en omgevingstemperatuur, met een specifiek opgenomen vermogen van de condensor van maximaal 21 W per kW condensorvermogen;
- een weersafhankelijke regeling van de condensatiedruk tot + 13 °C buitenluchttemperatuur;
- een elektronische expansieregeling (bij een direct expansiesysteem);
- verdamper, exclusief koeltunnel;
- (eventueel) adiabatische voorkoelblokken (pads) bij een luchtgekoelde condensor;
- (eventueel) het koudenet met CO2 als koudedrager.

 

Het specifiek opgenomen vermogen van de condensor is de som van het totaal opgenomen vermogen van de ventilatoren en/of pompen, gedeeld door het condensorvermogen bij een temperatuurverschil van 10 K tussen condensatietemperatuur en omgevingstemperatuur.

 

De omgevingstemperatuur is bij de luchtgekoelde condensor een drogeboltemperatuur van + 30 °C met een relatieve vochtigheid van 50%, bij de verdampingscondensor is dat een natteboltemperatuur van + 22 °C.
Indien niet met de buitenlucht wordt gekoeld is de omgevingstemperatuur de (oppervlakte)- wateraanvoertemperatuur.

 

Het maximale temperatuurverschil van 10 K tussen condensatie- en omgevingstemperatuur geldt voor een buitenluchttemperatuur van + 13 °C en hoger.

 

Een koel- en/of vriesinstallatie waarbij in het samenstel van voorzieningen een halogeen houdend
koudemiddel wordt toegepast, komt niet in aanmerking voor Energie-investeringsaftrek. Onder samenstel van voorzieningen wordt verstaan alle aanwezige middelen die onderling met elkaar verbonden zijn voor het koelen en/of vriezen van ruimten of processen.

 

Het maximum investeringsbedrag voor de koel- en/of vriesinstallatie, dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 1.500 per geïnstalleerde kW van het koel- of vriesvermogen van de compressoren bij bovengenoemde condities.

Toelichting:
Bij een subkritische koel- en/of vriesinstallatie verlaat het koudemiddel de (koel)compressor bij een druk, die onder het kritieke punt ligt. Transkritische CO2 koel- en/of vriesinstallaties worden veel toegepast bij supermarkten, en moeten voldoen aan de omschrijving van code 220223.


Een stekkerklaar koel- en/of vriesmeubel wordt niet beschouwd als koel- en/of vriesinstallatie.

 

Met adiabatische voorkoelblokken (pads) worden geen sproei- en nevelinstallatie bedoeld waarbij sprake is van water- of druppelverlies naar de omgeving en vorming van aerosolen.